Wie aan de Costa Blanca Noord woont of op vakantie is, kan er niet omheen: olijfbomen. Ze staan overal – van de valleien rond Jalón en Llíber tot de heuvels bij Altea en Dénia. En al die bomen leveren samen één van de meest typische producten van de regio op: extra vierge olijfolie, met zijn vele gezondheidsvoordelen. Zo is de olie rijk aan antioxidanten en vitamine E, bevat enkelvoudig onverzadigde vetten, is het goed voor hart en bloedvaten. Hierdoor maakt het onderdeel van het mediterrane dieet, dat wereldwijd bekend staat als zeer gezond. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de smaak. Die is fruitig, kruidig of juist mild en zacht – de olijfolie uit deze regio verrast met haar veelzijdigheid en karakter.
De oogstperiode loopt meestal van oktober tot in december, afhankelijk van het weer en het type olijf.
Het oogsten van olijven is nog altijd een bijzonder gezicht in de Costa Blanca Noord. Traditioneel gebeurt dit met de hand: families leggen grote netten onder de bomen en slaan met stokken tegen de takken zodat de olijven naar beneden vallen. De vruchten worden daarna zorgvuldig bij elkaar geraapt en in kratten verzameld.
Steeds vaker worden ook lichte mechanische hulpmiddelen gebruikt, zoals compacte schudmachines die de takken laten trillen. Dit versnelt het werk en voorkomt dat de olijven te lang aan de boom blijven hangen. In grote commerciële boomgaarden zie je soms zelfs machines die hele bomen in korte tijd kunnen oogsten, maar in de bergachtige gebieden rond Jalón, Benissa en Guadalest blijft handmatig oogsten de norm.
Deze oogsttijd verandert het landschap in een levendig tafereel: overal hoor je het geritsel van de netten, het gezoem van de schudmachines en de geur van vers geoogste olijven. Het is hard werken, maar je weer waar je het voor doet.
Na de oogst worden de olijven in de traditionele dorpen vaak eerst een paar dagen in de zon uitgespreid om iets te drogen. Dit is een oude methode die volgens lokale producenten zorgt voor een zachtere, vollere smaak. Bij modernere producenten gaat men daarentegen direct persen om maximale versheid te behouden.
Daarna worden de olijven naar een ‘almazara’ (olijfmolen) gebracht, waar het volgende gebeurt:
Dit proces gebeurt zo snel mogelijk om oxidatie te voorkomen; dat maakt dat de beste olijfolie maar een paar uur na de pluk al in tanks zit.
Elke olijfsoort heeft zijn eigen karakter en dat proef je terug in de olie. In Spanje kom je een hele reeks variëteiten tegen.
De zachte, fruitige Arbequina bijvoorbeeld, met een vleugje amandel, is ideaal om rauw te gebruiken: over een salade, bij een stukje brood of zelfs in zoete bereidingen. De Blanqueta, een soort die vooral rond Alicante groeit, heeft iets meer pit en geeft stoofgerechten en traditionele tapas extra diepgang. Manzanilla levert een milde, ronde olie op met lichte fruittonen; deze olijven worden ook vaak als tafelolijven gegeten.
Voor wie een krachtigere smaak zoekt, is er Picual – intens groen, met een toets van tomaat – die bovendien heel stabiel blijft bij verhitting en daarom uitstekend is om mee te bakken of te koken. De Hojiblanca daarentegen is wat milder en licht zoet, waardoor hij ideaal is voor sauzen, mayonaises of een lichte vinaigrette. Cornicabra is een robuuste olie, vol aroma’s van groene bladeren, terwijl een Coupage, een mengsel van verschillende soorten, juist zorgt voor een mooi uitgebalanceerde, ronde smaak.
In de Costa Blanca Noord worden vooral Arbequina, Blanqueta en Manzanilla gebruikt, puur of gemengd. Het is een aanrader om tijdens een proeverij eens drie verschillende oliën naast elkaar te proeven. Dan ontdek je pas echt hoe verschillend ze smaken, afhankelijk van de boomgaard waar ze vandaan komen.
In het kort; welke olie gebruik je waarvoor?
In Spanje heet het oleoturismo: toerisme rond olijven en olijfolie. Steeds meer producenten aan de Costa Blanca Noord bieden rondleidingen, proeverijen en workshops aan waarbij je alles leert over de olijf van boom tot fles. Hierbij een overzicht van 5 olijfolie-proeverijen aan de Costa Blanca Noord:
Tip: Plan een bezoek tussen eind oktober en december, als de olijven binnenkomen en ter plekke geperst worden.
Wat olijfolie uit de Costa Blanca Noord zo uniek maakt, begint bij de omgeving zelf. De bomen groeien hier op een kalkrijke bodem, badend in de zon en met maar weinig regen. Dat geeft de olie een krachtige, volle smaak die je meteen herkent. Veel van deze olijfbomen staan er al tientallen, soms zelfs honderden jaren en worden nog altijd op bijna dezelfde manier geoogst als vroeger: met de hand, netten onder de bomen en vaak door families die dit ambacht van generatie op generatie doorgeven.
Ook de versheid speelt een grote rol. Koop je een fles bij een coöperatie of molen in de streek, dan proef je olie die vaak nog in dezelfde winter is geperst. Zo’n fles neem je niet alleen mee als smaakmaker voor thuis, maar ook als herinnering aan de prachtige boomgaarden en het Spaanse licht.
Olijfolie is puur natuur en om de smaak zo lang mogelijk te behouden heeft ze wel een beetje zorg nodig. Zet je fles het liefst in een koele, donkere kast, ver weg van het fornuis, waar de temperatuur rond de veertien tot achttien graden blijft. In de koelkast hoeft niet: daar wordt de olie troebel en het steeds opnieuw opwarmen en afkoelen doet de kwaliteit geen goed.
Ook de verpakking maakt verschil. Donkere glazen flessen, roestvrijstalen blikken of keramieken kruiken houden licht en lucht buiten. Koop liever wat kleinere hoeveelheden, sluit de dop na gebruik meteen goed af en gebruik eventueel een kleine schenker voor dagelijks koken, terwijl je de rest afgesloten laat staan.
En vertrouw op je zintuigen: goede olijfolie ruikt fris en fruitig en geeft dat lichte prikkeltje achter in je keel. Wordt de geur muf en de smaak vlak, dan is de olie zijn kracht kwijt. Met een beetje aandacht blijft jouw vloeibare goud lang op zijn best.
Aan de Costa Blanca Noord draait het bij olijfolie niet alleen om het product, maar om de hele beleving van boomgaard tot fles. Een fles (of meer) mee naar huis? Dat is een smakelijke herinnering aan je tijd in Spanje.